Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Juda tot zijn broeder [3]Simeon: Trek met mij op in mijn [4]lot, en laat ons tegen de Kanaanieten krijgen, zo zal ik ook met u optrekken in uw lot. Alzo toog Simeon op met hem. 3. De erfenissen van Juda en Simeon waren voor een deel onder elkander vermengd of gemeen. Zie Joz.19:1,9. 4. Dat is, om het land, dat mij door het lot toegevallen is, in te nemen.